Uien (Allium cepa)

Uien Foto: miljuschka.nl

Alle gewone uientypen (zaaiuien, plantuien, winteruien, gele/rode/witte uien en zilveruien) behoren tot Allium cepa L. Dit zijn verschillende cultivars van dezelfde soort.

Sjalotten werden vroeger geclassificeerd als Allium ascalonicum, maar sinds 2010 worden ze ook gerekend tot Allium cepa omdat het verschil te klein was om een aparte soort te rechtvaardigen.

Lente-uitjes/bosuitjes behoren meestal tot Allium fistulosum L., ook wel bekend als “Welsh onion” of “bunching onion”.

Oorsprong en herkomst

De herkomst van de ui (Allium cepa) is onduidelijk, maar waarschijnlijk stamt deze uit Midden-Azië, hoewel daar nooit wilde exemplaren zijn aangetroffen. Uit geschriften van rond 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië, in Iran en Afghanistan, werd verbouwd.

De ui heeft zijn oorsprong in Zuidwest-Azië en behoort tot de Amaryllidaceae familie (vroeger Liliaceae).

De verschillende uientypen die we in Nederland telen zijn dus voornamelijk selecties en cultivars van dezelfde oorspronkelijke soort die duizenden jaren geleden uit Azië afkomstig was. Door eeuwenlange veredeling en selectie zijn de verschillende typen ontstaan die we nu kennen, elk aangepast aan specifieke teeltomstandigheden en gebruiksdoelen.

1. Wisselteelt Schema voor Uien

4-jarige Rotatie Cyclus

  • Jaar 1: Uien (Allium cepa)
  • Jaar 2: Peulvruchten (erwten, bonen) – stikstofbinding
  • Jaar 3: Koolgewassen (kool, broccoli, radijs) – diepwortelend
  • Jaar 4: Granen of groenbemester (rogge, haver, klaver)

Voordelen van deze rotatie:

  • Doorbreekt de levenscyclus van uienspecifieke ziekten en plagen
  • Peulvruchten verbeteren de bodemstikstof
  • Verschillende beworteling voorkomt bodemuitputting
  • Vermindert onkruiddruk

2. Grondvoorbereiding

Bodemtype en pH

  • Ideale pH: 6,0-7,0
  • Grondtype: Goed gedraineerde, humusrijke grond
  • Drainage: Essentieel – uien verdragen geen wateroverlast

Grondbewerking

  • Herfst: Groenbemester onderwerken, ruwe compost toevoegen
  • Voorjaar: Fijne grondbewerking, zaaibed prepareren
  • Diepte: 20-25 cm bewerken

3. Gedetailleerd Biologisch Bemestingsschema

Bodemanalyse (jaarlijks in najaar)

Te meten waarden:

  • pH-waarde (streef naar 6,0-7,0)
  • Organische stofgehalte (minimum 3%)
  • N-P-K waarden
  • Magnesium en calcium
  • Spoorelementen (borium, mangaan, zink)

Basis Bemesting (najaar/vroeg voorjaar)

Per 100 m² berekening op basis van bodemanalyse:

Organische stof (essentieel):

  • Garden compost: 400-600 kg (zelfgemaakt, 2 jaar gerijpt)
  • Bokashi compost: 200-300 kg (gefermenteerd)
  • Paardenmest: 300-400 kg (1 jaar oud, goed verteerd)

Stikstof bemesting:

  • Kippenmest korrels: 60-100 kg (langzaam werkend)
  • Bloedmeel: 8-12 kg (sneller werkend)
  • Hoornmeel: 10-15 kg (zeer langzaam werkend)

Fosfaat bemesting:

  • Beendermeel: 8-12 kg
  • Thomasslakkenmeel: 15-20 kg (bij lage pH)
  • Steenmeel: 20-30 kg (basalt of graniet)

Kalium bemesting:

  • Patentkali: 4-6 kg (snel werkend)
  • Vinassekali: 6-8 kg (organisch)
  • Houtaskorrels: 3-5 kg (eigen haard/kachel)

Calcium en Magnesium:

  • Dolomitkalk: 10-20 kg (bij lage pH en Mg-gebrek)
  • Kalkmergel: 15-25 kg (bij zware kleigrond)
  • Gips: 5-8 kg (bij goede pH maar Ca-gebrek)

Bemestingsschema per Groeifase

Fase 1: Voorbereiding (maart)

3-4 weken voor planten/zaaien:

Week -4: Basis organische bemesting inwerken
- Compost: 500 kg/100m²
- Kippenmest: 80 kg/100m²
- Beendermeel: 10 kg/100m²

Week -3: Minerale aanvulling
- Patentkali: 5 kg/100m²
- Steenmeel: 25 kg/100m²

Week -2: Grond rusten laten
Week -1: Fijne grondbewerking zaaibed

Fase 2: Start groei (mei – 6 weken na plant/zaai)

Stikstof stimulatie:

Week 2: Eerste bijvoeding
- Zeewierextract spray: 20ml/liter (foliar)
- Kompostthee: 1:10 verdund, rondom planten

Week 4: Wortelstimulatie  
- Mycorrhiza toediening: 10g/plant
- Effectieve micro-organismen: 50ml/liter

Week 6: Groei ondersteuning
- Vinassekali: 3 kg/100m²
- Bloedmeel: 5 kg/100m² (licht inwerken)

Fase 3: Bolvorming (juli – 10 weken na plant)

Kalium en fosfaat focus:

Week 8: Bolontwikkeling starten
- Organische NPK 4-3-8: 4 kg/100m²
- Zeewierextract spray: wekelijks

Week 10: Bolvorming versterken
- Extra patentkali: 2 kg/100m²
- Calciumchloride spray: 3g/liter (1x)

Week 12: Laatste voeding
- Compostthee: sterke verdunning 1:5
- Stop stikstofbemesting

Fase 4: Afrijping (augustus-september)

Alleen kalium en calcium:

Week 14: Afrijping bevorderen
- Patentkali: 1 kg/100m² (laatste keer)
- Stop alle bemesting 4 weken voor oogst

Week 16+: Alleen water (geleidelijk minderen)

Groenbemesters en Tussengewassen

Tussen rijen tijdens teelt:

  • Rode klaver: Zaai 6 weken na uitplanten uien
  • Vogelmuur: Laat selectief staan (mineralen ophalen)
  • Spurrie: Zaai tussen rijen voor bodemverbetering

Na oogst (september):

  • Japanse haver: Snelle groei, veel organische massa
  • Bladrammenas: Diepe beworteling, grondverbetering
  • Winterrogge: Erosiebescherming, voorjaarsvoeding

Vloeibare Bemesting (zelfgemaakt)

Brandnetelgier (stikstofrijk)

Recept:

  • 1 kg verse brandnetels
  • 10 liter regenwater
  • 2 weken laten gisten (dagelijks roeren)
  • Verdunning: 1:10 voor bodemtoediening

Compostthee (algemene voeding)

Recept:

  • 2 kg gerijpte compost
  • 20 liter water
  • 24-48 uur laten trekken met beluchting
  • Direct gebruiken, niet verdunnen

Zeewierextract (spoorelementen)

Recept:

  • 200g gedroogd zeewier
  • 10 liter water
  • 1 week laten weken
  • Verdunning: 1:20 voor foliar spray
Uien planten. Foto: farms-nl

4. Zaaien en Planten

Timing

  • Zaai: Maart-april in koude kas
  • Uitplanten: Mei (na laatste nachtvorst)
  • Directe zaai: April-mei (afhankelijk van grondtemperatuur >8°C)

Zaai/Plant methode

  • Plantafstand: 10-12 cm tussen planten
  • Rijafstand: 25-30 cm
  • Zaaiduipte: 1-2 cm
  • Zaadhoeveelheid: 3-4 kg per hectare

5. Ziektepreventie en Biologische Behandelingen

Belangrijkste Ziekten en Preventie

Valse Meeldauw (Peronospora destructor)

Preventie:

  • Goede drainage en luchtcirculatie
  • Niet besproeien van blad
  • Resistente rassen kiezen

Biologische behandeling:

  • Baking soda spray: 5g/liter water + druppel groene zeep
  • Melkspray: 1:10 verdunde melk, wekelijks
  • Kopersulfaat: Volgens biologische norm (max 6kg/ha/jaar)

Uienvlieg (Delia antiqua)

Preventie:

  • Vliegennet: In mei-juni over gewas
  • Tagetes: Tussen rijen planten (natuurlijke afweer)
  • Wortelknolselderie: Als randplant (afwerend)

Biologische behandeling:

  • Nematoden: Steinernema feltiae tegen larven
  • Aaltjespoeder: In voor- en najaar toepassen

Trips (Thrips tabaci)

Preventie:

  • Blauwe lijmvallen: Ophangen boven gewas
  • Roofmijten: Amblyseius cucumeris introduceren
  • Diverse gewassen: Mengen met andere groenten

Biologische behandeling:

  • Zeepspray: Kalizeep 15ml/liter
  • Pyrethrumspray: Bij zware aantasting

Stengelrot (Sclerotium cepivorum)

Preventie:

  • Lange rotatie: Minimaal 5 jaar geen alliums
  • Goede drainage: Voorkom stagnant water
  • Gezonde uitgangsstof: Gecertificeerd zaad/plantgoed

Biologische behandeling:

  • Trichoderma: Bodembehandeling voor preventie
  • Kompost: Verhoogt bodenweerstand

6. Onderhoud en Verzorging

Onkruidbeheersing

  • Schoffelen: Regelmatig tussen rijen
  • Mulchen: Stro of gehakseld gras tussen rijen
  • Handwieden: Rondom planten

Watergeving

  • Gelijkmatig: Constant vochtig, niet nat
  • Druppelirrigatie: Ideaal systeem
  • Stop 4 weken voor oogst: Voor betere houdbaarheid

Loofdoding

  • Natuurlijk: Wachten tot loof omvalt
  • Mechanisch: Bij late oogst, loof breken
  • Timing: Wanneer 50-70% van loof omgevallen is
Uien drogen. Foto: succesvoltuinieren.nl

7. Uitgebreide Oogst en Bewaring voor Lange Termijn Consumptie

Oogsttiming voor Optimale Bewaring

Signalen voor Oogstrijpheid

  • 50-70% van het loof is omgevallen
  • Halzen worden zacht en buigbaar
  • Buitenste schillen worden papierig
  • Wortels trekken zich terug uit de grond
  • Geen nieuwe bladgroei meer

Weersomstandigheden voor Oogst

  • Minimaal 3 droge dagen voor oogst
  • Luchtvochtigheid onder 60%
  • Geen regen voorspeld voor komende week
  • Ochtendoogst vermijden (teveel vocht)
  • Ideaal: 14:00-17:00 uur (laagste vocht)

Oogstmethode voor Lange Bewaring

Handmatige Oogst (beste methode)

  1. Voorzichtig lostrekken zonder halm te beschadigen
  2. Aarde afkloppen (niet wassen!)
  3. Wortels afknippen op 1 cm van bol
  4. Halm laten zitten (bescherming tijdens drogen)
  5. Beschadigde uien apart (direct consumeren)

Nazomen en Voordrogen

Veldnazomen (ideaal):

  • 1-2 weken op het veld bij droog weer
  • Omdraaien elke 2-3 dagen
  • Afdekken bij regen met landbouwdoek
  • Halmen vervlakken voor gelijkmatige droging

Kunstmatige droging:

  • Temperatuur: 25-30°C
  • Luchtvochtigheid: 60-70%
  • Goede ventilatie: continue luchtbeweging
  • 2-3 weken drogen tot halsjes compleet droog

Bewaarsystemen voor Verschillende Doelen

Korte Termijn Bewaring (2-4 maanden)

Methode 1: Uienvlechten

  • Beste rassen: Gele uien met stevige halzen
  • Techniek: 12-15 uien per vlecht
  • Bewaarplaats: Droge schuur, garage
  • Temperatuur: 5-15°C
  • Voordeel: Decoratief en praktisch

Methode 2: Netten/Zakken

  • Uienzakken: Max 5 kg per zak
  • Gaas/netten: Goede ventilatie
  • Ophangen: Vrij hangend
  • Controle: Wekelijks op rot

Middellange Termijn Bewaring (4-8 maanden)

Professionele Kistenbewaring:

Voorbereiding:
- Houten kisten (40x30x20 cm)
- Bodem van gaas voor ventilatie
- Latten tussen lagen (5 cm tussenruimte)

Vulling:
- Max 3 lagen uien per kist
- Halzen naar buiten gericht
- Geen uien die elkaar raken
- Label met oogstdatum en ras

Bewaarruimte eisen:

  • Temperatuur: 0-4°C (ideaal 2°C)
  • Luchtvochtigheid: 65-75%
  • Ventilatie: 2-3 luchtverversingen/uur
  • Donker: Geen direct licht
  • Schoon: Gedesinfecteerde ruimte

Lange Termijn Bewaring (8-12 maanden)

Gecontroleerde Atmosfeer (thuis versie):

Uitrusting:
- Isoleerde koelruimte of kelder
- Thermostaat met verwarmingselement
- Hygrometer en vochtigheidsregeling
- Ventilator voor luchtcirculatie

Instellingen:
- Temperatuur: 1-2°C (constant)
- Luchtvochtigheid: 70-75%
- CO2 concentratie: 3-5% (natuurlijk door ademhaling)

Bewaarcontainers:

  • Geperforeerde plastic kratten
  • Maximum 15 kg per krat
  • 10 cm ruimte tussen kratten
  • Rotatie systeem: FIFO (First In, First Out)

Bewaarkwaliteit per Uientype

Gele Bewaruien (beste houdbaarheid)

  • Rassen: Stuttgart, Sturon, Setton
  • Bewaarperiode: 8-12 maanden
  • Optimale condities: 0-2°C, 70% RV
  • Geschikt voor: Alle bewaarmethoden

Rode Uien (gemiddelde houdbaarheid)

  • Rassen: Red Baron, Redmate
  • Bewaarperiode: 4-6 maanden
  • Optimale condities: 2-4°C, 65% RV
  • Let op: Eerder gebruiken dan gele

Witte Uien (korte houdbaarheid)

  • Rassen: Paris Silverskin, White Lisbon
  • Bewaarperiode: 2-4 maanden
  • Optimale condities: 4-6°C, 60% RV
  • Advies: Eerst consumeren

Bewaarmonitoringsysteem

Wekelijkse Controle

Controlelijst:
□ Temperatuur en vochtigheid meten
□ Zachte/rotte uien verwijderen  
□ Uitlopende uien eruit halen
□ Kisten/netten omdraaien
□ Ventilatie controleren
□ Logboek bijhouden

Maandelijks Onderhoud

  • Grondige inspectie alle bewaaruien
  • Bewaarruimte reinigen en desinfecteren
  • Kwaliteit beoordeling per partij/ras
  • Temperatuur- en vochtgrafiek analyseren

Veelvoorkomende Bewaarproblemen en Oplossingen

Voortijdige Uitgroei

Oorzaken:

  • Te hoge bewaartemperatuur (>4°C)
  • Te hoge luchtvochtigheid (>80%)
  • Onvoldoende nazomen

Oplossing:

  • Temperatuur verlagen naar 0-2°C
  • Ventilatie verhogen
  • Uitgegroide uien direct gebruiken

Schimmelvorming

Oorzaken:

  • Te hoge luchtvochtigheid
  • Beschadigde uien in partij
  • Slechte ventilatie

Oplossing:

  • Luchtvochtigheid verlagen naar 65%
  • Geïnfecteerde uien verwijderen
  • Bewaarruimte desinfecteren met azijnoplossing

Zachte Nekken/Rot

Oorzaken:

  • Onvoldoende gedroogd na oogst
  • Beschadiging tijdens oogst
  • Bacteriële infectie

Oplossing:

  • Betere nazomen volgende keer
  • Zachte uien direct verwijderen
  • Preventief: drogencentrifuge voor kleinere hoeveelheden

Bewaarkalender

September-Oktober: Oogst en Voordrogen

  • Oogsten bij optimale condities
  • Nazomen 2-3 weken
  • Sorteren en kwaliteitscontrole

November: Bewaring Instellen

  • Bewaarruimte voorbereiden
  • Eerste partij inslaan
  • Systemen testen en instellen

December-Februari: Stabiele Bewaring

  • Minimale verstoring
  • Wekelijkse controles
  • Temperatuur constant houden

Maart-Mei: Bewaking Intensiveren

  • Vaker controleren (2x/week)
  • Eerste tekenen uitgroei opvangen
  • Kwaliteit prioriteren boven kwantiteit

Juni-Augustus: Laatste Partijen

  • Bewaring beëindigen voor nieuwe oogst
  • Restanten verwerken tot gedroogde ui
  • Bewaarruimte reinigen en voorbereiden

Rendement Bewaarperiode

Verliezen per periode:

  • 0-3 maanden: 5-10% verlies
  • 3-6 maanden: 15-20% verlies
  • 6-9 maanden: 25-35% verlies
  • 9-12 maanden: 40-50% verlies

Economische overweging:

  • Lagere verliezen = hogere kostprijs bewaring
  • Hogere marktprijs winter/voorjaar
  • Eigen consumptie: comfort en kwaliteit

8. Jaarkalender Biologische Uienteelt

Maart

  • Grondbewerking en bemesting
  • Zaai in kas/tunnel

April

  • Directe zaai bij gunstige omstandigheden
  • Eerste schoffelbeurt

Mei

  • Uitplanten van kasplanten
  • Vliegennetten plaatsen
  • Start bijbemesting

Juni-Juli

  • Regelmatig schoffelen
  • Onkruidbeheersing
  • Ziektecontrole en preventieve sprays

Augustus

  • Watergeving stoppen
  • Eerste oogst zomeruien

September-Oktober

  • Oogst winteruien
  • Grondbewerking na oogst
  • Groenbemester zaaien

November-Februari

  • Bewaarcontrole
  • Planning volgend seizoen
  • Compost voorbereiden

9. Kosten-Baten Analyse (per 100 m²)

Kosten

  • Zaad/plantgoed: €15-25
  • Organische bemesting: €40-60
  • Biologische behandelingen: €20-30
  • Hulpmaterialen: €15-25
  • Totaal: €90-140

Opbrengst

  • Verwachte oogst: 200-300 kg
  • Verkoopprijs biologisch: €3-5/kg
  • Bruto opbrengst: €600-1500

Nettowinst: €460-1360 per 100 m²

10. Tips voor Succes

  1. Bodemgezondheid prioriteit: Investeer in compost en organische stof
  2. Preventie boven behandeling: Focus op robuuste teelt
  3. Diversiteit: Combineer met andere gewassen
  4. Geduld: Biologische methoden hebben tijd nodig
  5. Administratie: Houd bij wat werkt en wat niet
  6. Netwerken: Verbind met andere biologische telers

Certificering

Voor biologische certificering moet je geregistreerd zijn bij een erkende certificeringsinstelling zoals SKAL of Kiwa. Houd alle behandelingen en inputs bij in een logboek.

  • Bron: Pieter Arendsen / Claude AI

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *