
In het wisselvallige Nederland kun je prima kleinere rassen watermeloenen kweken. Dit proces vraagt om geduld, hoop en veel liefde, maar met sappige, zoete en knapperige watermeloen als resultaat! In dit artikel leggen we uit hoe je zelf heerlijke watermeloenen kweekt, verzorgt en oogst.
Watermeloen zaaien
Het kweken van watermeloenen begint vaak met het voorzaaien van de zaden. Dit kan vanaf begin april en is handig om binnen te doen bij een temperatuur van 20 tot 22 graden. Plaats de zaden in potjes die gevuld zijn met potgrond en grof zand en/of perliet. Geef de potjes niet te veel water, maar houd ze wel matig vochtig. Zorg ervoor dat de zaailingen voldoende licht krijgen door ze bijvoorbeeld in een zonnige vensterbank te zetten. Hierna zal het één tot anderhalve week duren voordat de zaden kiemen.
Plant de zaailingen, mits ze groot genoeg zijn, vanaf half mei uit. In de kas moet je – afhankelijk van het ras – eerst bedenken of je de plant wilt laten klimmen of kruipen. Beide manieren zijn mogelijk, maar een kruipende plant heeft meer ruimte in de breedte nodig en een klimmende plant bijvoorbeeld een klimsteun.
Standplaats: buiten kweken
Ondanks dat kleinere rassen in Nederland een hogere slagingskans hebben, houden ze nog steeds van warmte. In de kas of platte bak gaat dit meestal wel goed, maar bij de buitenteelt is dat wel anders. Het telen van watermeloenen in de buitenlucht vraagt om:
- het gebruik van een vroeg en kleinvruchtig ras.
- het warmste en zonnigste plekje in de tuin.
- op tijd zaaien.
- een mooie en warme zomer.
Als dit laatste niet het geval is, dan zijn er een paar trucs die kunnen helpen. Bij veel regen en koel weer is bijvoorbeeld een stukje perspex, glas of plastic op een paar paaltjes heel handig; het houdt de regen weg en de warmte vast.
Binnen kweken: bestuiven
De teelt onder glas blijft voor het kweken van watermeloenen een stuk zekerder, maar deze werkwijze mist wel de natuurlijke bestuiving. Dit kan opgelost worden door met de hand te bestuiven en in de zomer de deur van de kas open te zetten zodat insecten vrij naar binnen kunnen vliegen. Als je een platte bak gebruikt kun je het raam een stukje open laten staan door een stuk hout of steen tussen raam en onderstel te zetten.
Verzorging watermeloenplanten
Watermeloenen hoef je niet te snoeien. De plant wordt niet heel groot en uiteindelijk zorgt elke zijscheut weer voor nieuwe bloemen (met potentiële vruchten). Brutale zijscheuten of stengels kunnen makkelijk een andere kant op geleid worden, aan een klimrek gebonden worden of zelfs worden ingekort.
Geef water bij de wortels en niet op het blad om schimmelziekten te voorkomen. Giet voldoende maar niet te veel water en zorg dat een eventueel teveel aan water weg kan. Het kan ook handig zijn, als de grond nog koud is, om het water eerst iets te verwarmen tot het lauw is voor je het geeft. Als de watermeloenen eenmaal groot genoeg zijn, hebben ze niet zo vaak en veel water meer nodig. Geef ze voldoende om de plant in leven te houden, maar de watermeloenen hebben het niet meer nodig om te groeien; die hoeven alleen nog maar te rijpen.
Probeer te voorkomen dat de vruchten rotten door ze droog te houden en op een plankje of tegel te leggen. Hierdoor is ook de kans op een bezoekje van slakken en pissebedden kleiner.
Oogst
Het oogsten van watermeloenen gaat deels op gevoel en zicht. Op de zakjes van de zaden wordt wel eens het aantal dagen van uitplanten tot oogst genoemd. Dit ligt meestal op ongeveer 2 maanden, maar kijk vooral zelf of de watermeloen rijp is. Voor de zekerheid kun je op de watermeloen kloppen om te horen of deze rijp is. Klinkt de meloen hol? Dan is deze rijp! Laat de watermeloenen na het oogsten nog 1 á 2 weken in huis narijpen.
Watermeloen rassen om zelf te kweken
Van plan om watermeloenen te kweken in Nederland? Houd dan rekening met de keuze van het ras. In een koeler klimaat raden we aan om voor een ras met kleinere vruchten te kiezen. Deze rassen worden soms aangegeven met de term ‘Icebox’ of ‘Icebox-sized’. De buitenschil van deze watermeloenen is vaak groen, van licht tot donker, en al dan niet met een tekening op de schil. Het vruchtvlees kan lichtrood tot donkerroze zijn, maar bijvoorbeeld ook geel, oranje en zelfs crème.
5x kleine watermeloenen
- White Meated: ook wel White Wonder genoemd, crèmekleurig vruchtvlees
- Sugar Baby: roze vruchtvlees
- Golden Midget: extra klein, gele schil en roze vruchtvlees
- Blacktail Mountain: maatje groter dan voorgaande rassen, rozerood vruchtvlees
- Moon & Stars: gele spikkels op het blad en ook op de donkergroene schil zitten gele vlekjes.
Voor bovenstaand artikel is informatie en beeld gebruikt van Diana Stek van Diana’s mooie moestuin.
Watermeloen Sugar Baby
De Sugar Baby watermeloen is een populaire compacte variëteit die zeer geschikt is voor biologische teelt. Hier is uitgebreide informatie over deze watermeloen en de biologische teeltmethode:
Algemene informatie Sugar Baby watermeloen
De Sugar Baby watermeloen vormt heerlijke vruchten van ongeveer 1,5 tot 2 kg, hoewel sommige bronnen spreken van vruchten van 3 tot 5 kg. Het is een compacte variëteit die goed geschikt is voor kleinere tuinen en kassen.
Biologische teelt
Zaaien
De zaden worden bij voorkeur binnenshuis gezaaid in de periode maart-april, of direct in de volle grond vanaf mei tot juni. Zaai in potjes van 2 tot 3 zaden bij warme temperaturen (20-25°C). Voor het zaaien binnenshuis worden potjes met een doorsnee van 9 cm genomen.
Uitplanten en plantafstand
Uitplanten kan in de kas vanaf april, buiten van mei tot juni. De plantafstand bedraagt 150×100 cm, en plant ze 1m uit elkaar in alle richtingen.
Teeltlocatie
De watermeloen kan het beste vlakvelds in een kas of platte bak geteeld worden. In Nederland is het telen van watermeloen in de vollegrond echt een kansspel: bij hele warme, droge zomers kan het lukken. Voor buitenteelt kies je een beschutte en zonnige plaats.
Snoei en geleiden
Bij watermeloenen moet de hoofdscheut na het 4e blad worden getopt. Knijp uit bij 3-4 bladeren, dan opnieuw bij 3-4 bladeren op secundaire stengels. De hieruit voortkomende zijscheuten moeten worden geleid over de grond of eventueel langs een hekwerk.
Grond en bemesting
Vraagt rijke grond en regelmatig water geven. Vermijd een te natte plaats en overmatige bemesting. Een zwarte mulch bevordert de groei en rijping.
Bestuiving
Insecten zorgen voor de bestuiving, zorg dat deze bij de bloemen kunnen komen.
Oogst en bewaring
Oogsten gebeurt van augustus tot oktober. De vruchten kunnen tot ongeveer 10 dagen na de oogst worden bewaard bij 8-10°C.
Zaadverbruik
Eén zakje is voor circa 20m2.
Voor optimale resultaten in het Nederlandse klimaat is kasteelt sterk aan te raden, vooral vanwege de warmtebehoefte van deze tropische plant.
Watermeloen kweken informatie:
Naam: Watermeloen
Famile: Komkommerfamilie
Botanische naam: Citrullus Lanatus
Familienaam (wetenschappelijk): Curcubitaceae
Zaai- en oogsttijden:
Binnen (voor)zaaien: maart – april
Kweekkas: mei – juni
Buiten (uit)planten: mei – juni
Oogsten: augustus – september
Zaaien:
Zaaidiepte: –
Plantafstand: 40 cm
Regelafstand: 60 cm
Per strekkende meter (rij): 2 – 3 planten
Per vierkante meter (veld) 3 – 5 planten
Voorzaaien potmaat P 9 cm
Kiemtemperatuur: 20 ℃ +
Gemiddelde kiemtijd –
Verzorging:
Standplaats: Volle zon
Waterbehoefte: Af en toe
Grondsoort: Geen voorkeur
Bemesting: NPK 0-0-0
Zuurtegraad bodem: pH 6.0 – 7.0
Teeltwijze:
Wisselteelt: Vruchtgewas
Combinatieteelt, goede buren: Andijvie, doperwt, groenlof, kapucijners, knoflook, goe kropsla, linzen, maïs, oos-indische kers, peul, pronkboon, radijs, roodlof, slaboon, spinazie, tuinboon, veldsla, witlof.
Combinatieteelt, slecht buren: aardappel, kiwano, komkommer
Eigenschappen:
Winterhard tot 15 ℃
Gemiddelde hoogte: –
Worteldiepte: 40 cm
Levensverwachting: 1 jaar
- Pieter Arendsen / Claude AI